Philips Infraphil 1945 - 2014

Infraphil lampen
Infraphil lampen zijn ontworpen voor medische toepassingen en zijn daarom anders dan bijvoorbeeld infrarood lampen die voor het drogen van verf of voor andere toepassingen worden gebruikt. De Infraphil lampen zijn zodanig gedimensioneerd dat er een maximale opbrengst is van relatief diep in de huid doordringende kortgolvige infrarode straling. Meer specifieke informatie over de eigenschappen en toepassingen van infrarood straling voor medische toepassingen kunt u nalezen op helivium.com. Infraphil lampen zijn vanaf 1946 in verschillende uitvoeringen door Philips geproduceerd. Hieronder volgen de belangrijkste kenmerken waarmee de verschillende types van elkaar te onderscheiden zijn.

Infraphil lampen

1946 - 1965, geblazen lampen met bajonetvoet
De oudste Infraphil lampen zijn vervaardigd van geblazen glas en de lampvoet wordt met een bajonetsluiting in de fitting bevestigd. De beide elektrische contacten bevinden zich in een isolator aan de onderzijde van het metalen uiteinde van de lampvoet. De lampvoet is voorzien van pennen die zijwaarts uitsteken. De pennen passen in corresponderende uitsparingen in de fitting. De lamp wordt tegen een verende constructie in in de fitting gedrukt. Door de lamp iets te draaien, worden de pennen in de fitting gehaakt waarbij de lamp door de veerdruk op zijn plaats wordt gehouden. De bajonetsluiting van Infraphil lampen is voorzien van drie pennen die op ongelijke onderlinge afstand rond de lampvoet zijn aangebracht. Hierdoor past de lamp slechts op één manier in de fitting.

13373F

Philips Infraphil lampen

Het typenummer van de eerste Infraphil lampen is gelijk aan dat van het armatuur waarin ze toegepast werden. Het typenummer is voor op de lamp gedrukt, samen met de werkspanning, het vermogen (altijd 150W), een productiecode, het land van herkomst, de handelsnaam Philips en het Infraphil logo met het

ovalen kader en de achtpuntige ster op de eerste i. De productiecode bestaat uit een combinatie van punten nen streepjes in een vaste configuratie. De oudste Infraphil lampen zijn te herkennen aan het ontbreken van een roodfilter en dragen het typenummer 7525. Het latere type met roodfilter, aangeduid als de "rode" Infraphil, draagt het typenummer 7526. Zoals alle Infraphil lampen zijn beide lampen uitgerust met een inwendige reflector. Op de hoeveelheid afgegeven infrarode straling is het roodfilter niet van invloed maar de felle straling van de gloeilamp wordt er door gedempt waardoor het dragen van een beschermende rode bril overbodig wordt. De "witte" Infraphil lampen

kunnen, zeker als de opdruk in de loop der tijd is uitgewist, makkelijk verward worden met zogenaamde menglichtlampen die in dezelfde periode en deels in dezelfde armaturen in de handel zijn geweest. Menglichtlampen zijn echter geen warmtelampen maar ultraviolet- of hoogtezonlampen. Rond 1950 krijgen de Infraphil lampen de typeaanduiding 13373F/479, onafhankelijk van het armatuur waarin ze worden verkocht. Enige jaren later krijgt de glazen ballon aan de voorzijde een minder bolle vorm. Dit lamptype wordt tot circa 1965 geproduceerd en komt voor met drie soorten opdruk, de oudste met het Infraphil logo zoals op de eerste lampen gebruikt werd (type A), een

latere opdruk met cirkelvormige tekst zonder logo of woordmerk (type B) en tenslotte een opdruk met drie in een cirkel geplaatste Philips schildjes (type C), de laatste aanduiding die op de geblazen lampen gebruikt is. Rond 1962 wordt overgegaan op een productiecode die bestaat uit een combinatie van een letter en een cijfer.

1960 - 1980, persglaslampen met bajonetvoet
Rond 1960 introduceert Philips een geheel nieuw type Infraphil lamp met het typenummer 13379F/479. Deze lamp is vervaardigd van geperst glas en daardoor minder kwetsbaar. In de voorzijde van de lamp is een zogenaamde Fresnellens ingeperst waarmee de bundeling van de straling verbeterd wordt. De persglaslampen met typenummer 13379F/479 zijn, evenals hun geblazen voorgangers, voorzien van een bajonetvoet en voorzien van een zelfde opdruk als de geblazen lampen.

13379F

1981 - 2010, lampen met schroefvoet
Rond 1980 wordt de persglaslamp 13379F vervangen door een gemoderniseerde versie, de PAR38F. Een paar jaar later worden de bajonetfittingen van de Infraphil armaturen vervangen door de dan voor normale gloeilampen gangbare E27 schroeffittingen. De E

PAR38E

staat hierbij voor Edison, de oorspronkelijke bedenker van het systeem, en 27 is de doorsnede van de lampvoet in millimeters. De bijbehorende Infraphil lamp draagt het typenummer PAR38E. De opdruk van de PAR-lampen

bestaat uit de drie in een cirkel geplaatste Philips schildjes (type C) met vermelding van de werkspanning, het vermogen (150W), het typenummer, een productiecode, het land van herkomst, de handelsnaam Philips en de merknaam Infraphil. Indien de merknaam Infraphil vervangen is door de aanduiding IR dan gaat het om een

bajonetfitting lampvoet

Rond 1985 introduceert Philips een goedkopere Infraphil lamp. Het is een kleine geblazen lamp van het type R95E met een vermogen van 100 Watt. De opdruk van de lamp bestaat uit één centraal Philips schildje met daaromheen de werkspanning, het vermogen, het typenummer, het land of de regio (E.C.) van herkomst, de handelsnaam Philips en de

top

vervangende warmtelamp voor meer

algemene toepassing. Er bestaan ook PAR38E lampen zonder reflector en Fresnellens maar deze lampen zijn niet geschikt voor gebruik in Infraphil armaturen.

merknaam Infraphil. Deze lamp heeft wel een reflector maar geen Fresnellens. Sinds 2008 wordt de merknaam Infraphil niet meer op de lampen aangebracht.